Schrijver van dit verhaal is Philip Burggraaf, geboren op boerderij De Poel aan de Stationsweg 3 in Breukelen. Een flard oorlogsherinnering: mijn moeder vertelde me dat er hier ‘bagger en gloeiende scherven’ op straat lagen toen het station gebombardeerd werd.
25 maart 1945
Het is Palmzondag 25 maart 1945 als er vier Spitfires van het R.A.F. 124 (V.R.) van het vliegveld Coltishall bij Norwich en noordoosten van Londen opstijgen, één van de vliegvelden van de zogenaamde nr. 11 groep, de belangrijkste inzake verdediging. Ze komen van het westen aanvliegen met bestemming ‘spoorwegknooppunt Breukelen’. Ze richten zich op de kerktoren en maken dan een scherpe draai, keren en duiken richting het station en het spoorwegknooppunt. Zo’n actie is al eerder geprobeerd met bommenwerpers, maar die zijn te groot en daardoor te log en ze vliegen ook hoger. Daarmee bombarderen zou te veel onnodige schade veroorzaken en dat wil men aan het eind van de oorlog voorkomen.
Voor dit soort precisieaanvallen zijn er in januari 1945 twee Spitfire Squadrons uitgerust met jachtvliegtuigen, voorzien van twee 250-ponds bommen onder hun vleugels voor bijvoorbeeld aanvallen op rijdende V2 installaties, zoals er soms in het Haagse bos hebben gestaan, maar nu is hun doel dus de spoorlijn in Breukelen.
Noodlottig bombardement
De piloten zijn FL B. Brooks, FS C.Lett, WO G.Beadle en FL C.J.Maltby, van het 124ste Baroda Squadron, genoemd naar de schenker van de toestellen, de Indiase Mararadja van Baroda. Ze vliegen achter elkaar en laten in hun duikvlucht de bommen vallen. Een van de toestellen raakt in moeilijkheden. De oorzaak is niet duidelijk. Mogelijk is het de luchtdruk op die geringe hoogte van de voor hem ontploffende bommen of die van zijn eigen bommen. Christhoper Maltby belandt met zijn toestel in de geïnundeerde polder vlak voor de Kortrijkse dijk op een weiland met ongeveer een meter water, behorende bij de boerderij Jagersveld van Niek Stam die in de Broekdijk staat naast de slachtplaats van mijn opa Jan Folkerts. Als er mensen uit de woning die aan het Heijcop aan de dijk staat bij de inrit van Kortrijk met een roeiboot gaan kijken, treffen zij de piloot dood in zijn cockpit aan. De precieze doodsoorzaak is nooit vastgesteld, ook niet nadat hij in het brandspuithuisje naast de kerk is opgebaard en verzorgd door Geurt van Os en zijn vrouw. Wachtmeester Sterken is een van de eerst aanwezigen. Hij stelt, voordat de Duitsers ter plekke aanwezig zijn, enige persoonlijke zaken zeker. Deze zijn, zoals ik later van de familie hoor, ook aan hen overhandigd.
Familie Maltby
Het blijkt te gaan om Flight Lieutenant Christhoper James Maltby, 21 jaar, geboren 10 mei 1923. Hij werd thuis Chris genoemd. Hij had een jongere zuster Selina en een nog jongere broer John. De moeder van Chris weet niet dat zijn vader op dat moment in een Japans krijgsgevangenkamp op Java zit en daar de belangen behartigt van de krijgsgevangenen als hoogst aanwezig officier, zo ook van het aanwezige Nederlandse contingent krijgsgevangenen, waarvoor hij na de oorlog dan ook een hoge Nederlandse onderscheiding ontvangt. Chris is de oudste zoon van Air Vice-Marshal Sir Paul Copeland Maltby. Hij was Air Commanding Officer in Java 1942 en door de Japanners krijgsgevangen gemaakt, maar kwam eind 1945 vrij. Hij ging met pensioen bij de RAF in 1946 en was vervolgens Serjeant at Arms in het Britse Parlement tot 1962. Hij ontving verschillende hoge Britse onderscheidingen en was tevens Commander in the Order of Orange Nassau. Hij overleed op 2 Juli 1971. Sir Paul had ook nog een broer met hoge onderscheidingen, Major General Christopher Michael Maltby. Als ik mijn vervolgonderzoek begin en de familie benader, ontvang ik van hen een foto van Chris, en ook een kopie van de brief van Squadron Leader George W. Scott, waarin staat dat Chris niet teruggekeerd was van een vlucht boven vijandelijk gebied en waarbij er naar waarneming uit de lucht geen reële hoop meer bestond op terugkeer.
Perfectionist
Als ik in 1985 na een intensieve zoekpartij uiteindelijk in Ottawa George W. Scott, de Squadron Leader van 124 Baroda Squadron en Chris Maltby vind, en laat overkomen op 4 mei 1985, vertelt hij mij dat hij, toen hij Squadron Leader werd, ter wille van een goede sfeer binnen het squadron gevraagd had om piloten met een stevige persoonlijkheid. Chris bleek er daar één van te zijn. Hij was op dat moment instructeur met een hang naar perfectie. Dat kwam meer voor in zijn familie. Het Squadron werd begin februari 1945 operationeel met bommen onder de vleugels. Chris kennende had hij hem gewaarschuwd, nadat hij enige ervaring had opgedaan met het afwerpen van bommen, dat hij niet moest proberen het al te goed te doen door te laag te vliegen bij het afgooien. Nog een aantekening bij zijn rang in de Britse luchtmacht. Wanneer we het hebben over Flight Lieutenant Christhoper James Maltby moeten we bedenken dat het Nederlandse equivalent van zijn rang Kapitein zou zijn en dus niet Luitenant!
Allan Scott
Tijdens de ontmoeting blijkt dat George W. Scott ook een poging tot een reünie heeft gedaan kort na de oorlog, zonder resultaat overigens. Hij verzekerde mij toen dat hij dat wel nog erg graag zou willen. Op de Breukelse dag van 3 oktober 1987 zijn we er met erg veel hulp uit Engeland in geslaagd die reünie te realiseren in de RAF Club op Piccadilly in Londen. Er komen 35 man van over de gehele wereld naartoe. Mijn zoektocht met een lijst van 350 namen met meer dan tien nationaliteiten duurt nog voort. Van zo’n 150 man heb ik inmiddels achterhaald wat er met hen is gebeurd. Ondanks het feit dat verschillende piloten die ik in de jaren heb leren kennen inmiddels overleden zijn, bereikte mij in de herfst van 2019 nog het bericht dat Allan Scott (geen familie van George), die ik nooit had kunnen traceren, nog leeft. Hij stuurde mij een boek dat recent over hem geschreven is. Hij blijkt een RAF Ace te zijn met een bijzondere vlieger carrière o.a. in de strijd om Malta. Zodoende zijn wij in blijde afwachting of zijn gezondheid hem in staat stelt in mei 2020 bij de herdenking van die andere 124 Squadron RAF piloot, Chris Maltby, in Breukelen aanwezig te zijn.